Gedicht van 20 september 2017

Jacques Brel / Ernst van Altena Mijn vlakke land

(Gelezen door Joop Schermerhorn)

 

Wanneer de Noordzee koppig breekt aan hoge duinen

En witte vlokken schuim uiteen slaan op de kruinen

Wanneer de norse vloed beukt op het zwart basalt

En over dijk en duin de grijze nevel valt

Wanneer bij eb het strand woest is als een woestijn

En natte westenwinden gieren van venijn

Dan vecht mijn land, mijn vlakke land

 

Wanneer de regen daalt op straten, pleinen, perken

Op dak en torenspits van hemelhoge kerken

Die in dit vlakke land de enige bergen zijn

Wanneer onder de wolken mensen dwergen zijn

Wanneer de dagen gaan in domme regelmaat

Een bolle oostenwind het land nog vlakker slaat

Dan wacht mijn land, mijn vlakke land

 

Wanneer de lage lucht vlak over het water scheert

Wanneer de lage lucht ons nederigheid leert

Wanneer de lage lucht er grijs als leisteen is

Wanneer de lage lucht er vaal als keileem is

Wanneer de noordenwind de vlakte vierendeelt

Wanneer de noordenwind er onze adem steelt

Dan kraakt mijn land, mijn vlakke land

 

Wanneer de Schelde blinkt in zuidelijke zon

En elke Vlaamse vrouw flaneert in zonjapon

Wanneer de eerste spin zijn lentewebben weeft

Of dampende het veld in julizonlicht beeft

Wanneer de zuidenwind er schatert door het graan

Wanneer de zuidenwind er jubelt langs de baan

Dan juicht mijn land, mijn vlakke land

 

Gezongen door Jacques Brel in het Nederlands

Gezongen door Jacques Brel in het Frans (1962):

of met een interessante animatie

Enable Javascript