Winy heeft ons getrakteerd op een exotisch gedicht van onze Caribische landgenoot Carel de Haseth:
langs de zoom van de zee
zullen wij hen ongetwijfeld vinden
mensen van onbekende streken
langs kusten van goud, ivoor of slaven
of al was het maar in simpele hutten
aan de monding van een modderrivier
of op overigens nutteloze eilanden
mensen zullen wij zeker vinden
zolang er kusten zijn
waar vis uit het water spoelt
waar schepen komen
en waar wij mensen treffen
zullen wij met hen spreken
in taal, gebaar of daad:
van mens tot mens
uit:
Zolang er kusten zijn. Curaçao, Gedichten. Ingenaaid, 40 blz. 12,50. ISBN 90-6265-524-6. Eerste druk 2001
Carel de Haseth (Curaçao, 1950 debuteerde in 1969 met de dichtbundel 2 dagen vóór Eva. Hij schrijft zowel in het Papiaments als in het Nederlands. Zolang er kusten zijn is zijn vijfde (en tweede geheel Nederlandstalige) bundel. Over Bida na koló/Kleuren van Leven (1981) schreef Jos de Roo in Trouw: ‘onafhankelijkheidspoëzie van hoog gehalte.’
Voor zijn prozadebuut Katibu di Shon ontving De Haseth in 1989 de Cola Debotprijs van het Eilandgebied Curaçao.