Gedichten van 19 december (Titus)

Duif

Het had geonweerd en de straat was nat,
het asfalt lag als water aan de oever
van het trottoir, waar plechtig trad
een duif en koerde als een kind, maar droever.

De hemel boven ‘t park werd licht,
de bomen stonden groen, afzonderlijk
en ieder leek een bos, zo bol zo wonderlijk
en in zichzelf gekeerd, prevelend opgericht.

Ik liep te kijken in de korte stille straat
en zag de duif, de kleur van onweer op zijn vleugels
en poten roze als de dageraad.

——————————————-
uit: M. Vasalis, ‘Een leeuw is eigenlijk iemand’ (2006).

 

Nieuwjaarsbrief 

Gelukkig nieuwjaar, Zoet, en dank je voor het oude.
Mijn jaren duren lang en die van ons zijn kort.
Je kerstboom staat zijn groen nog in het rond te neuriën
Van de bossen ginder, allemaal zijn zij gekomen
Naar de Daenenstraat om ons hier toe te geuren.
Gelukkig nieuwjaar, Zoet, en dank je voor het oude.

Die dag in maart dat jij mij langzaam overkwam
Is ook vandaag mijn zon. Het sneeuwt de kamer onder
Met herinneringen die wij worden, warm en koud
Zijn wij voortaan elkaars geheugen en vergetelheid.
Ook straks gaan wij gearmd en stil dit wit in daar.
Gelukkig nieuwjaar, Zoet, en dank je voor het oude.

Leonard Nolens (1996)

Enable Javascript