Gedichten van 6 februari door Neeltje

OP DE LAATSTE DAG VAN DE POËZIEWEEK 2019

 

  1. Akwasi, geb.1988, uit –Laten we het er maar niet over hebben. 2018

 

VOICEMAIL

Hallo

Is dit je voicemail

 

Ik wilde eigenlijk iets inspreken

Is het goed als ik bel

En je dan niet opneemt

 

Dat praat wat makkelijker

 

  1. P.Kavafis, Alexandrië, 1863-1933. Uit : Passies & Dagen van weleer. Amsterdam (vertaling uit het Grieks door G.H.Blanken, 1978)

 

HUIS MET TUIN

Ik zou willen dat ik een buitenhuis bezat

Met een heel grote tuin – niet zozeer

Om de bloemen, om de bomen, en het groen,

(natuurlijk moeten die er ook zijn; ze zijn heel mooi), maar om er dieren te kunnen hebben. O, dieren hebben!

Minstens zeven katten –twee pikzwarte,

en twee zo wit als sneeuw, om het contrast.

Eén gewichtig doende papegaai, om hem allerlei

te horen zeggen met veel nadruk, en met overtuiging.

Wat honden aangaat zouden, meen ik, drie mij voldoende zijn.

Ik zou ook twee paarden willen (goede dieren zijn de paarden).

En in elk geval moeten er drie of vier ook van die waardevolle,

die sympathieke dieren zijn, de ezels,

en lui zitten met hun tevreden koppen.

(Februari 1917)

 

  1. Tom Lanoye, geboren 1958 Uit : De meeste gedichten, 2005

 

PROGRAMMA

Weet ik veel hoe poëzie eruit moet zien.

Niet dat statische, dat uniforme.

Daar hou ik niet zo van.

Dezelfde toon herhaald

Tot in den treure, en dat dan

‘’vormvastheid” noemen, of “een

eigen stem” dat soort gelul.

Nee , daar hou ik niet zo van.

 

Geef mij dan maar het favoriete

snoepgoed uit mijn jeugd.

De toverbal. Je zuigt en zuigt

Maar, telkens komen er andere

kleuren tevoorschijn en voor

je ’t weet, heb je helemaal niets meer.

Dát is het, vind ik.

Zoiets. Ongeveer.

 

Enable Javascript