Thijs Bartels
(zoon van …)
Mijn moeder was net veertig toen ze zei
Alles gaat te snel, te snel voorbij
Laat de klok, de tijd nu stilstaan
En niet zo snel, zo snel voorbijgaan.
Ze neemt de mooiste jaren van ons af
En drijft ons verder naar het graf
En de kinderen zijn geen kinderen meer
Er is geen wederkeer.
Nu ben ik de veertig gepasseerd
En weet nu wat de tijd mijn moeder had geleerd
Dat ze haar greep verstevigt
En haar aanwezigheid verhevigt
En dat de toekomst zich traag en langzaam sluit
Want teruggaan kan niet meer
er is alleen vooruit.
uit: “Als een vreemdeling in een pretpark”