C-bijdrage Invasieve exoten (Maurice)

Neofyten en Invasieve soorten (auteur Maurice Martens)

 

De stad is, hoe je het wendt of keert en welke groenvoorzieningen en waterpartijen ook zijn aangebracht, altijd een warmte-eiland. Dat kun je goed zien een aantal planten- en diersoorten die in de stad wat meer aan te treffen zijn, terwijl die buiten de stad minder gevonden worden. Invasieve planten zijn die soorten die van nature niet op een bepaalde plek voorkomen. Een paar voorbeelden worden ook in Maastricht gevonden. Daaronder hoort zelfs een aantal heel bijzondere planten, die niet eens erg hoeven op te vallen.

Het is goed om te beginnen met een soort die steeds meer in de stad te zien is en die direct ook opvalt door zijn grootte en omvang: de Japanse duizendknoop. De planten worden tot twee meter hoog, hebben grote bladeren en krijgen in het voorjaar trossen met witte bloemen. Op zich een sierlijke plant die in West-Europa is terecht gekomen doordat een landgoedbezitter de soort zo mooi vond dat hij die uit Japan heeft meegebracht en geplant. Zelfs heeft deze plant ooit een gouden onderscheiding ontvangen in ons land als de mooiste nieuw-ingevoerde tuinplant. En nu zitten we met overal opslaande Japanse duizendknopen. Uit ieder stukje plant vormt zich weer een nieuwe populatie. Een ‘prachtig’ voorbeeld is te zien langs de Jeker bij de Begijnenstraat, waar de oever aan de zuidoost kant helemaal volstaat met deze planten, precies daar waar eerder de invasieve exoot Reuzenberenklauw stond. Ook langs de Maasoevers staan grote groepen Japanse duizendknoop. Samen met een soort als Reuzenbalsemien verhinderen deze het voortbestaan en d eontwikkeling van de gevarieerde oeverbegroeiïng die daar van nature kan voorkomen. Bestrijden is moeilijk vanwege het feit dat ieder stukje van de plant, dat niet wordt uitgeroeid, tot nieuwe plantenvestiging leidt.

Andere soorten die langs natuurlijke weg, dus niet door de mens geholpen, hier zijn gekomen, zijn soms heel zeldzame, zoals Groot en Klein glaskruiden. Het zijn echte Neofyten, dat zijn soorten die na 1492 in onze contreien zijn gekomen en zijn ingeburgerd. Glaskruiden zijn nauw verwant aan brandnetels en ze vervullen in de landen rond de Middellandse Zee dezelfde functie als onze Brandnetels, dus soorten die aangepast zijn aan een wat rijker milieu. Ze vervullen dezelfde niche. Hier tref je ze aan op oude, maar ook nieuwe muren. Een opvallende groeiplaats van Klein glaskruid is de voet van de Maaspunttoren en ook ertegenover op de pas twintig jaar geleden aangebrachte marmervoet van restaurant Beluga. Groot glaskruid voelt zich achter de Bisschopsmolen boven de Jeker goed thuis. Een nadeel is dat het stuifmeel van deze planten in de lucht komt en bij een aantal mensen hooikoortsachtige klachten veroorzaakt.

Bezemkruiskruid, dat overvloedig bloeit met hoofdjes met gele lint- en buisbloemen, is een soort die vanuit Zuid-Afrika met de invoer van schapenwol voor de Belgische textielindustrie rond Verviers in Europa is terecht gekomen. Autoverkeer neemt in zijn zog zaden mee naar noordelijke streken, waar deze soort zich steeds beter thuisvoelt. Langs onze snelwegen bloeit de soort in de berm in de late zomer en het najaar. In Maastricht staat de soort op oude stadsmuren en op plekken waar het wat rommelig is. Trouwens op die oude stadsmuren staat ook de fraaie Muurbloem, afkomstig uit het gebied van de Middellandse Zee en mogelijk al door de Romeinen in onze omgeving ingevoerd. Ze gebruikten deze planten ter versiering van altaren voor godenbeelden. Zo’n door de mens vóór 1492 ingevoerde plantensoort noemen we een Archeofyt.

Een jonge nieuwkomer in de stad is de Alsemambrosia, een Amerikaanse composietensoort, die sinds de 19e eeuw bekend is door transport van hooi en graan uit Amerika. Ook deze invasieve exoot voelt zich met het warmer worden steeds beter thuis in onze contreien en omdat het een sterke allergene hooikoortsplant is, die bovendien veel hinder geeft in de landbouw, wordt de soort door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit in jaarlijkse campagnes bestreden.

Nog een waarschuwing aan aquarium- en vijverbezitters is hier misschien op zijn plaats. Veel waterplanten uit aquaria en vijvers zijn eveneens niet inheems, maar kunnen hier wel goed gedijen. Zo woekert de Waterteunisbloem op steeds meer plaatsen in het stroomgebied van de Maas, maar in Maastricht hebben we die tapijtvormer met fraaie gele bloemen -gelukkig- nog niet aangetroffen.

Tenslotte nog een klein uitstapje naar een invasieve diersoort in de buurt van Maastricht. In een plas in de Eijsderbeemden komen inmiddels duizenden exemplaren van de Chinese moerasslak voor, die daar op termijn haar inheemse soortgenoten zou kunnen verdringen.

 

Op Flora van Nederland is een aantal invasieve plantensoorten te bekijken door middel van foto’s en video’s. Zoals van de reuzenberenklauw, Robinia, Douglasspar, Bezemkruiskruid, Alsemambrosia, Japanse duizendknoop, Waterteunisbloem en ook een aantal Stinzenplanten die te beschowuen zijn als Neofyten, zoals Vingerhelmbloem, Bostulp en Lenteklokje.

 

Maurice

 

Enable Javascript