Gedicht 6 juli 2022 (Paul Fuchs)

Bij de dood van een parelhoen

In ’t luide, ronde dorp dat Aardbol heet
leest elkeen elke dag de naam der doden
maar rouwen wordt door hun getal verboden
zodat men zelfs zijn vaders graf vergeet.

Tot men in ’t zand een zieke vogel vindt,
het zachtgrijs parelhoen met brekende ogen,
en al wat sterft houdt plots uw hoofd gebogen
over het laf geheim dat weer begint.

Wat broze leven siddert in uw hand,
wil nog alleen en vrij zijn in zijn sterven,
u leren dat ge uw dag niet moet bederven
omdat een kleine vlam is uitgebrand.

Maar gij leert meer als gij de spade steekt:
dat zelfs de grond ruikt als een reeuwse wonde
en dat de stilte uit alle ontvleesde monden
in ’t stomme van dit verse lijkje spreekt.

Karel Jonckheere (1906-1993)
uit: De hondenwacht (1951)

 

Enable Javascript