Een kat in een lege woning
Doodgaan-dat doe je een kat niet aan.
Want wat moet een kat
in een lege woning beginnen.
Tegen de muren op lopen.
Langs de meubels wrijven.
Zogenaamd niets veranderd,
maar alles toch anders.
Zogenaamd niets verplaatst,
maar toch alles opzijgeschoven.
En ’s avonds schijnt de lamp niet meer.
Stappen op de trap,
maar niet die stappen.
De hand die de vis op het bordje legt
is ook niet de hand die dat deed.
Iets begint hier niet
om zijn gewone tijd.
Iets gaat hier niet
zoals het moet.
Iemand was hier steeds,
verdween toen plotseling
en blijft koppig weg.
In alle kasten gekeken.
Alle planken afgerend.
Onder het kleed gekropen en gecontroleerd.
Zelfs het verbod getrotseerd
en de papieren rondgestrooid.
Wat is er meer te doen.
Slapen en wachten.
Als hij nou toch terugkomt,
zich nou vertoont,
dan zal hij het weten:
zo ga je met een kat niet om.
Naar hem toe lopen
als met de grootste tegenzin,
op het dooie gemak,
op diep beledigde poten.
En om te beginnen niks geen gespring en gepiep.
Wislawa Szymborska
Vertaling Gerard Rasch
Poolse dichteres
Nobelprijs voor de literatuur
Gepubliceerd: De Gids Jaargang 160 (1997)