Kahlil Gibran (1883-1931)
Het huwelijk
Toen sprak Almitra opnieuw en zei: “En wat kunt ge ons zeggen over het huwelijk?”
En hij antwoordde: “Tezamen zijt gij geboren en tezamen zult ge voor immer zijn.
Gij zult tezamen zijn, als de witte vleugelen van de dood uw dagen verstrooien.
Ja, gij zult zelfs tezamen zijn in Gods stille herinnering.”
“Maar laten er tussenruimten zijn in uw tesamen zijn.
Laat de winden des hemels tussen u dansen.”
“Heb elkander lief, maar maak van de liefde geen band:
Laat zij veeleer zijn een golvende zee tussen de kusten van uw geesten.”
“Vul elkanders bekers, maar drink niet uit dezelfde beker.
Geef elkander van uw brood, maar eet niet van hetzelfde stuk.”
“Zing en dans tezamen en weest blijde, maar zijt ieder van u alleen,
zoals de snaren van een luit op zichzelf zijn, al doortrilt hen dezelfde muziek.”
“Geef uw harten, maar geef ze niet aan elkander in bewaring,
want alleen de Hand des Levens kan uw harten bevatten.”
“En sta tezamen, maar niet te dicht bijeen:
want de zuilen van de tempel staan ieder op zichzelf,
en de eik en de cypres groeien niet in elkanders schaduw.”
uit:
Kahlil Gibran – De Profeet
Uitgeverij Mirananda 1976 ISBN 90.6271.507.9
Vertaling: Carolus Verhulst